DNA bepaalt niet de menselijke waardigheid

Het komt de laatste tijd vaak terug in allerlei berichten in de media: genetische manipulatie is tegen de menselijke waardigheid. Aanleiding voor de berichtgeving is het toenemen van de mogelijkheden tot manipulatie met b.v. de CRIPR-cas9 techniek en de claim van de Chinese onderzoeker He Jianku dat hij het DNA van menselijke embryo’s zo zou hebben gemodificeerd dat deze mensen minder vatbaar zouden zijn voor infectie met het HIV-virus.

Op de studiedag van het Netwerk Katholieke Zorgprofessionals Nederland, gehouden op 6 april 2019 in Hilversum, werd over dit onderwerp nagedacht vanuit een aantal invalshoeken. Thomas Beenakker, chemicus, lichtte toe wat op dit moment de mogelijkheden van de CRISPR-cas9-techniek zijn. In principe kan met deze techniek het DNA van alle cellen in het lichaam worden gemanipuleerd: er kan in worden geknipt, maar er kan ook een stukje worden ingevoegd. Dit invoegen lukt eigenlijk alleen in cellen die zich delen.

Twee sprekers, dr. Daan van Schalkwijk, bioloog, en prof.dr. Henk Jochemsen, emeritus hoogleraar christelijke filosofie, die de vraag of de mens zijn DNA is vanuit Rooms-katholiek – filosofisch perspectief en reformatorisch perspectief probeerde te belichten kwamen tot de conclusie dat het veel te simplistisch is te denken dat de mens en zijn waardigheid wordt bepaald door zijn DNA. Een belangrijk argument hiervoor vanuit de biologie is al dat er “epigenetica” bestaat. Dit verwijst naar systemen die het aflezen van genen reguleren, dat wil zeggen systemen die genen aan of uit kunnen zetten of kunnen bepalen dat genen wel of niet intensief worden afgelezen en leiden tot lage of hoge productie van eiwitten. Deze systemen staan al weer onder invloed van andere processen in het lichaam: somatische processen die fungeren als terugkoppeling, maar ook psychische processen kunnen hier op van invloed zijn. Ook zou de ziel, zoals gekend door christenen en andere gelovigen, in dit systeem een (mede-)bepalende factor kunnen zijn. Ervan uitgaan dat DNA ons mens-zijn determineert is dus te simplistisch. In het geschetste, meer complexe model is het veel lastiger te bepalen wat nu uiteindelijk het aandeel van DNA aan mens-zijn is.

Jochemsen (zie bijlage) besprak allereerst de verschillende, filosofische benaderingen van de werkelijkheid: de meer klassieke benadering waarbij het bestaan van o.a. de mens een voorafgegeven betekenis heeft en de (post)moderne benadering, waarbij dit niet zo is en de mens zelf betekenis aan zijn bestaan moet geven. De laatste benadering gaat uit van een subjectieve waarheid en leidt ertoe dat de mens waarde toegekend krijgt (en niet dat de mens al een waarde heeft). Hierdoor is instrumentaliseren van de mens een logisch gevolg en ontstaat het gevoel dat de mens “maakbaar” is. Ook Jochemsen besprak een mensbeeld (Herman Dooyeweert) waarin de mens wordt bepaald door meerdere structuren die elkaar weer beïnvloeden, waar DNA er slecht één van is.

In de discussie onder de deelnemers ging het ook over het genezen van ziektes c.q. verlichten van lijden en bewerkstelligen van verbetering (enhancement). Het algemene idee is dat er geen bezwaar is om genetische manipulatie te gebruiken voor het genezen van ziektes, mits eventuele kwalijke gevolgen van de manipulatie en beheersbaar blijken. Het genezen van ziektes middels genetische manipulatie bij embryo’s, als dit zonder IVF zouden kunnen worden uitgevoerd, vond men mogelijk problematisch vanwege de niet goed te overziene gevolgen op de lange termijn: of een verandering in het DNA een paar generaties verder tot ongewenste gevolgen leidt, is zeer waarschijnlijk niet goed van te voren te onderzoeken en is derhalve een groot risico. In de discussie over genezen versus verbetering bleek de grens tussen genezen en verbetering vaak flinterdun te zijn. Dergelijke situaties komen in de ethiek wel vaker voor. Het beoordelen van de intentie waarmee iemand de handeling (in dit geval de genetische manipulatie) uitvoert kan dan een beoordelingscriterium zijn om onderscheid te maken tussen een goede en kwade handeling.

Het was een waardevolle studiedag waarop – omlijst door een eucharistieviering en afsluitende gebedsviering – over een onderwerp werd nagedacht dat de komende jaren nog regelmatig actueel zal blijken.