Hij – zij – het ?

L.J.M. Hendriks
Dr. L.J.M. Hendriks

Twee verschillende woorden voor geslacht: geslacht en gender, in het Engels sex en gender. Als er twee verschillende woorden bestaan of opkomen voor ogenschijnlijk het zelfde, betekent dit dat het over verschillende zaken gaat of dat een aantal mensen er verschillende betekenissen aan probeert te geven. Dat is ook het geval met “geslacht”. Over dit onderwerp ging de NKZN-studiedag Hij – zij – het ? De dag bestond naast een Eucharistieviering en een afsluitende gebedsviering uit lezingen van dr. L.J.M. Hendriks, rector van het Grootseminarie Rolduc, die de zieke kardinaal Eijk verving en dr. A. Portaru, advocaat bij ADF International.

Traditioneel gaat geslacht over het biologische geslacht zoals dit zich vanaf de vroeg-embryonale fase ontwikkelt en bij de geboorte, of eventueel door prenataal onderzoek al eerder, duidelijk wordt. De betekenis die dit biologische geslacht vervolgens heeft in de opvoeding en de ontwikkeling van de menselijk persoon is volgens de hedendaagse Amerikaanse filosofe en feministe Judith Butler geheel cultureel c.q. door de omgeving bepaald.[1][2] Volgens haar theorie worden onze ideeën en gevoelens over onze lichamen en onze ideeën over mannelijk en vrouwelijk gedrag geheel bepaald door de maatschappij, dat wil zeggen de cultuur, de inprenting die ontstaat door herhaling in o.a. de opvoeding en het taalgebruik. “Gender leer je door te doen”, volgens Butler, niet door het biologische geslacht dat je bij de geboorte mee krijgt. De consequenties van haar theorie zijn zeer verstrekkend. Volgens Butler moet de maatschappij ervoor zorgen dat zij individuen vrij laat te kiezen welke “gender-rol” en welk gedrag iemand wil hebben. In de opvoeding en het latere leven mag een mens hieromtrent niets worden opgedrongen: de mens moet zelf kunnen kiezen of hij zich hetero-, homo- of bisexueel wil gedragen en ook de vrijheid hebben zijn uiterlijk geslacht te laten veranderen. Het krijgen en opvoeden van kinderen zou ook door ouderparen bestaande uit alle mogelijk combinaties van “gender” moeten kunnen plaatsvinden.

De aanhangers van deze theorie hebben in deze tijd veel invloed bij grote organisaties als de Verenigde Naties en de Europese Unie. Zij besteden jaarlijks miljarden om programma’s ten behoeve van vrije seksuele omgang met iedereen, acceptatie en erkenning van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders en vrij toegankelijke abortus mogelijk te maken. Deze programma’s moeten ook leiden tot wetgeving die gebaseerd is op de gendertheorie van o.a. Butler. Het gaat dan niet alleen om tolerantie van deze nieuwe visie op geslachtelijkheid en seksualiteit, maar ook over intolerantie t.o.v. het model waarbij man en vrouw complementair aan elkaar zijn en seksualiteit een plaats heeft in de relatie van man en vrouw. Beangstigend is, zo vertelde A. Portaru, hoe dit in sommige landen, ook in West-Europa, al heeft geleid tot wetgeving waarbij het uitspreken van de voorkeur voor de heteroseksuele relatie, bijvoorbeeld in relatie tot het opvoeden van kinderen, al strafbaar wordt.

De ideeën van Butler zijn een uitwerking van het gedachtegoed van het existentialisme en de psychoanalyse. Het existentialisme dat opkwam in de 20e eeuw is goed te karakteriseren met de woorden van Jean-Paul Sartre “l’existence précède l’essence”, het bestaan van de mens gaat vooraf aan zijn essentie, datgene wat hij is. In de ideeën van het existentialisme is het de uitdaging van iedere mens om zijn eigen vrijheid te gebruiken om eigen keuzes te maken en het eigen leven zin te geven. Sartre baseert zich hierbij op een aantal filosofen uit de 19e eeuw, o.a. Friedrich Nietzsche, die God dood had verklaard en daarmee de mens de vrijheid gaf alles zelf te kiezen wat tot dan toe aan de mens onder een vals voorwendsel van God zou zijn opgelegd. Simone de Beauvoir, levensgezellin van Jean-Paul Sartre, stelde: “Men wordt niet als vrouw geboren, maar men wordt het.” (“On ne naît pas femme, on le devient”).[3]

De vraag is of het existentialisme een visie op de mens, een antropologie heeft die logisch is. In de loop van de geschiedenis hebben mensen – en dus ook filosofen – zich verwonderd over de werkelijkheid zoals deze tot ons komt. Met name het feit dat natuur geordend is en een doel in zich heeft, valt op. Bij de mens zelf is het vanzelfsprekend dat er een drang is om het goede te zoeken en dat hij een geweten heeft. Dergelijke waarnemingen zijn niet zondermeer bewijzend, maar wel in overeenstemming met de aanwezigheid van een “bron” van de werkelijkheid om ons heen, bijvoorbeeld een schepper. Bij velen heeft dit besef mede geleid tot het aanvaarden van een God, een Schepper van de wereld. In het boek Genesis openbaart God zich als de schepper van de mens. Hij schept de mens naar Zijn beeld.[4] Omdat de mens van de algoede, almachtige God zijn identiteit ontvangt, is het de opdracht aan de mens deze te aanvaarden en er overeenkomstig de bedoeling van God mee om te gaan en naar te leven.[5] De mens wordt verder geschapen als een eenheid van lichaam en ziel, waarbij het een niet voor het andere onder doet. In Gaudium et spes schrijven de concilievaders: De mens mag dus zijn lichamelijk leven niet minachten, integendeel, hij moet zijn lichaam, als door God geschapen en bestemd voor de verrijzenis op de laatste dag, waarderen en eerbiedigen….. De waardigheid zelf van de mens eist derhalve, dat hij God in zijn lichaam verheerlijkt  en het niet de slaaf laat worden van de slechte neigingen van zijn hart.[6]

De schepping van man en vrouw als twee verschillende identiteiten is evenmin willekeurig: zij zijn geschapen om complementair aan elkaar te zijn en in hun liefde voor elkaar en eenwording met elkaar een afspiegeling te zijn van de liefde van de Drie-ene God. De H. Paus Johannes Paulus II heeft de betekenis van de eenwording en wegschenking van man en vrouw aan elkaar in de 20e eeuw verder uitgewerkt in de Theologie van het Lichaam. [7] Het is nog wel goed hier te benadrukken dat de kerk en Johannes Paulus II uitgaan van gelijkwaardigheid van man en vrouw, waarbij ieder geslacht een eigen identiteit heeft. Dit verschil in identiteit is zeker niet hetzelfde als de cultureel-maatschappelijke verschillen die in het verleden tussen mannen en vrouwen als normaal werden beschouwd of cultureel-maatschappelijke verschillen die er mogelijk nu nog zijn: het niet hebben van stemrecht, zoals voor vrouwen tot in de 20e eeuw gold, is hier niet uit af te leiden, evenmin bepaalt het hoe een man en vrouw in hun huwelijk bepalen wie wel of niet buitens huis werkt om het gezin te onderhouden

In zijn Kersttoespraak tot te Romeinse Curie in 2012 bekritiseert Paus Benedictus XVI de genderideologie. Allereerst dat men voorbijgaat aan de opdracht van de Schepping  (“Man en vrouw schiep Hij hen”),4 maar ook dat lichaam een object geworden is dat gemanipuleerd zou mogen worden. Benedictus voegt er aan toe dat de manipulatie van de natuur die in onze tijd door milieuactivisten wordt aangeklaagd bij de genderideologie het basisprincipe van de omgang van de mens met zichzelf geworden is. [8]

Zoals vermeld bestaat de gendertheorie niet als een theoretisch gedachtegoed, maar wordt er door invloedrijke organisaties op basis van deze theorie veel beleid gemaakt dat er voor zorgt dat de gendertheorie niet alleen de norm wordt in bijvoorbeeld de mogelijkheden om alternatieve gezinnen met twee homosexuele of bisexuele ouders samen te stellen; in het onderwijs aan kinderen over sexualiteit, homoseksualiteit, biseksualiteit en transgenderisme (LGTB) wordt het al onmogelijk om aan kinderen het ouderschap van een man en een vrouw als het natuurlijke gegeven van de Bijbel en de natuurfilosofie te onderwijzen. Door dit soort beleid is de tolerantie voor LGTB omgeslagen in intolerantie voor wat eeuwenlang als normaal werd gezien en op grond van de Bijbel en redelijk nadenken over de schepping nog het meest voor de hand ligt: in de biologische identiteit ligt de opdracht voor de “gender-identiteit”, in de liefde van een man en een vrouw wordt de opdracht van de Schepping vervuld een afbeelding te zijn van God, in het bijzonder van zijn Liefde.

Een belangrijke conclusie van de studiedag was dat christenen – en in het bijzonder katholieken – hun stem moeten laten horen: tegen de intolerantie om een katholiek standpunt te mogen verkondigen en er naar te leven. Er bestaat ook nog martelaarschap in de 21e eeuw, aldus een deelnemer.

Discussie en ontmoeting tijdens de lunch

Voetnoten
[1] Butler, Judith (1990). Gender trouble: feminism and the subversion of identity. New York: Routledge. ISBN 9780415389556.
[2] Butler, Judith (1993). Bodies that matter: on the discursive limits of “sex”. New York: Routledge. ISBN 9780415903653
[3] de Beauvoir, Simone (1949). Le Deuxième Sexe.
[4] Genesis 1, 27
[5] Catechismus van de Katholieke Kerk, 15 augustus 1997, paragraaf 2333
[6] Gaudium et spes, Over de Kerk in de wereld van deze tijd, paragraaf 14.
[7] H. Johannes Paulus II. Theologie van het lichaam, Betsäida, ’s-Hertogenbosch, ISBN 9789491991271
[8] Paus Benedictus XVI (21-12-2012). Kersttoespraak tot de Romeinse Curie:  ‘Prope est iam dominus venite, adoremus !’ – ‘de Heer is nabij, komt, laten wij hem aanbidden!’


Moet je aan een lichaam willen sleutelen?

Katholiek Nieuwsblad, 26 april 2018
door Esther Raaijmakers

Is het geslacht waarmee je geboren wordt een gegeven of een keuze? Deelnemers aan de bijeenkomst ‘Hij – zij – het?’ van het Netwerk Katholieke Zorgprofessionals Nederland bogen zich zaterdag over die vraag.

“Eigenlijk is het opmerkelijk,” zegt moraaltheoloog Lambert Hendriks. Je ziet in de samenleving ontwikkelingen waarin mensen de verschillen tussen man en vrouw proberen op te heffen. Denk aan de NS, die onlangs de aanspreekvorm ‘dames en heren’ verving door ‘reiziger’, of het feit dat er steeds meer genderneutrale toiletten komen. Tegelijkertijd zie je ook een trend waarin juist de verschillen tussen man en vrouw worden benadrukt. Er worden steeds vaker hardloopwedstrijden voor vrouwen georganiseerd, zogenaamde Ladiesruns . En onlangs was er nog de SIRE-campagne ‘Laat jij jouw jongen, genoeg jongen zijn?’.

Een spanningsveld
Een studiedag over de gendertheorie, het is pittige materie. Eigenlijk komt de katholieke visie hierop neer: Gods openbaring komt tot ons via de Bijbel en de geschapen werkelijkheid. De schepping zoals die is, heeft dus een doel. Katholieke filosofen hebben veel nagedacht over de natuurwet; de openbaring van God zoals die via de natuur tot ons komt. De genderideologie doet het tegenovergestelde: denken dat dingen in de natuur willekeurig zijn en dat je die naar je eigen hand kunt zetten.

Waar de gevoeligheid ligt
“Vandaag de dag reduceren mensen geslachtsverschillen vaak tot gender”, vervolgt Hendriks. “Men spreekt steeds vaker over het verschil tussen sekse en gender. Bij sekse gaat het dan om biologisch-lichamelijke verschillen tussen man en vrouw en bij gender om de verwachtingen of rollen die het man of vrouw zijn met zich meebrengt. Hoe een man of vrouw zich gedraagt, verschilt per land of cultuur. Volgens Simone de Beauvoir zijn de verschillen niet aangeboren. ‘Je wordt niet als vrouw geboren, maar ze maken je vrouw.’ Als je zo verder redeneert, betekent dit dat je het geslacht waarmee je geboren bent, vrij kunt aanpassen.”

“Er zijn inderdaad mensen die zowel kenmerken van het mannelijke als het vrouwelijke geslacht hebben”, zegt Hendriks. “Of denk aan mensen met genderdysforie. Deze mensen hebben het gevoel dat hun geboortegeslacht niet overeen komt met hun genderidentiteit. Het klopt: er zijn mensen met problemen op dit vlak, maar een minderheid kan natuurlijk nooit de norm of het uitgangspunt worden. U hoort meteen waar de gevoeligheid ligt. De maatschappij verdraagt dit soort uitspraken niet.”

Ziel en lichaam
Hendriks: “Soms beperkt men de identiteit van de mens tot de fysiologische processen in de hersenen. Het lichaam is een soort aanhangsel dat ondergeschikt is aan deze identiteit. Het menszijn wordt heel biologisch benaderd. De mens is het lichamelijke, materiële. Wat ontbreekt is de geestelijke dimensie. Als christen is het belangrijk de mens te zien als eenheid van ziel en lichaam. De vrijheid die God ons aan geeft, betekent niet dat wij ons lichaam kunnen ontwerpen zoals wij dat willen. Dat is een beetje de kant die we als samenleving opgaan. Men voelt niet meer aan dat de omgang met je lichaam te maken heeft met wie je bent en dat het lichaam niet zomaar materie is. Ook het lichaam is geschapen naar het beeld en de gelijkenis van God. Wij mensen kunnen met ons verstand ervaren dat we een geschenk zijn, dat je ontvangt zoals het is.” Naast een aantal mensen van middelbare leeftijd zijn er ook behoorlijk wat jonge mensen op deze dag afgekomen, bijvoorbeeld Rick en zijn vriendin Dorothé. Hij is in opleiding tot huisarts en zij is bijna afgestudeerd als apotheker.

“Onlangs ging er nog een recept door mijn handen, waarvan ik wist: ‘Dit is voor mensen die bezig zijn met een genderswitch’”, zegt Dorothé. Rick voegt toe: “Het is toch een onderwerp waar ik als huisarts meer mee te maken ga krijgen. Ik ervaar vooral een spanningsveld tussen de kerkelijke visie en de samenleving. Ik mag mijn visie als dokter aan de patiënt geven, maar de patiënt heeft ook zijn eigen idee. Je zou je ook kunnen terugtrekken uit de samenleving omdat je het niet eens bent met bepaalde ontwikkelingen, maar ik denk niet dat dat goed is.” Voor het koppel staat uiteindelijk de barmhartigheid voorop: “Wat zou Jezus doen?”

Een antwoord hebben
Zuster Benedicta, van de Zusters van Liefde uit het Vlaamse Kortemark, is naar de bijeenkomst gekomen omdat ze haar visie op de gendertheorie beter wil kunnen onderbouwen. Met een aantal medezusters leidt zij een internaat waar kinderen uit gebroken gezinnen wonen. “Die kinderen hebben vaak helemaal geen beeld van hoe een goed gezin functioneert. Ik wil graag een antwoord hebben, als de kinderen vragen: wat vindt u daarvan? Als zuster spreek ik namens de Kerk en ik moet mijn antwoord ook kunnen uitleggen.” ’s Middags gaan de deelnemers in groepjes uiteen om aan de hand van kerkelijke documenten over gender te spreken. Het onderwerp gender heeft alles te maken met beelden van manen vrouw-zijn. Een jonge vrouw geeft aan dat ze het lastig vindt dat de maatschappij meer naar gelijkheid tussen man en vrouw streeft in plaats van gelijkwaardigheid, zoals de Kerk verkondigt. “Het is mooi om te ontdekken welke gaven en krachten je als vrouw hebt, maar wanneer je zoiets zegt, word je al heel snel in een hoek geduwd.” Er zijn duidelijke verschillen tussen man en vrouw, maar hoe vertaal je dit uitgangspunt naar deze tijd en cultuur? “Dat is nog best lastig. In een huwelijk moeten mensen daar zelf een weg in zien te vinden. Een man kan bijvoorbeeld ook best een periode thuisblijven om voor de kinderen te zorgen”, besluit een vrouw.

Waar veel mensen tegenaan lopen is dat bepaalde uitspraken al snel als discriminerend worden opgevat. “Mensen pleiten wel vaak voor diversiteit en tolerantie ten aanzien van afwijkende ideeën, maar dat geldt vaak niet voor klassieke visies. Katholieken zouden eigenlijk veel meer hun stem moeten laten horen”, aldus een deelnemer.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad.


Kabinet overspoelt gezin met gendergolf

Katholiek Nieuwsblad, 13 april 2018
door Roelof Bisschop, Tweede Kamerlid voor de SGP

De Tweede Kamer sprak vorige week met minister Van Engelshoven over het emancipatiebeleid van het kabinet. Dat debat gaf volgens Roelof Bisschop alle reden omwaakzaam te zijn en een weerwoord te bieden.

Minister Van Engelshoven bevestigde in het debat dat zij de samenleving wil beïnvloeden met haar ideeën over genderdiversiteit. Met de emancipatienota zet het kabinet inderdaad nieuwe stappen om emancipatieprincipes ingang te laten vinden in onze samenleving. Het beleid beperkt zich niet tot goede doelstellingen om bijvoorbeeld geweld tegen homoseksuelen stevig aan te pakken. Nee, de minister ziet duidelijk een rol weggelegd om haar opvattingen tussen de oren van burgers te krijgen. Het kabinet streeft naar zogeheten genderdiversiteit. Dat is het recht om zelf je identiteit vorm te geven. De veronderstelling daarbij is dat de (seksuele) identiteit van burgers een keuzemenu is dat eigenlijk niets te maken heeft met een natuurlijke orde. Dat is een gevaarlijke mythe die een bedreiging vormt voor de opvoeding in gezinnen en het onderwijs. De gezonde ontwikkeling van jongens en meisjes staat op het spel.

Grote invloed media
Het kabinet grijpt naar alle belangrijke kanalen voor de beïnvloeding van burgers. Het zijn de kanalen die overheden in vrije samenlevingen juist met terughoudendheid benaderen: de media, onderwijzend personeel en uitgevers van schoolboeken. Volgens de minister dragen deze kanalen bij aan verkeerde beeldvorming, want ze sluiten onvoldoende aan bij haar opvattingen. Ze ziet liever dat deze partijen háár visie op de wereld gaan doorgeven. De bewindsvrouw beseft dat de media grote invloed hebben en wil daarom grote invloed op de media. Zij gaat die daarom structureel in de gaten houden. In het debat verweerde de minister zich door te stellen dat zij slechts feitelijke gegevens boven tafel wil krijgen. Die schijnbaar bescheiden opstelling is weinig geloofwaardig. Uit haar eigen verklaringen blijkt dat ze vooral een middel zoekt om de beeldvorming naar haar hand te zetten. De minister gaat daarbij, zonder onderbouwing, uit van de zonderlinge gedachte dat de maatschappij geknecht wordt door rolpatronen die burgers zelf niet als probleem ervaren.

Zweedse taferelen
Het kabinet geeft subsidie om stereotype beeldvorming over mannelijkheid, vrouwelijkheid en relaties te doorbreken. Dat het kabinet niet duidelijk maakt wat precies onder die stereotype beelden begrepen moet worden, maakt dit pad zo glibberig. Vallen Zweedse taferelen hier bijvoorbeeld ook onder, waar poppen voor meisjes en blokken voor jongens verdacht zijn?

En is het ook stereotiep als vrouwen minder dan mannen gehecht zijn aan status, geld en invloed, en meer behoefte hebben aan vrije tijd en vriendschap? Het is dubieus dat de overheid zich met behulp van subsidie in zulk soort rolpatronen wil mengen. De inzet om verschillen tussen man en vrouw uit te willen wissen, staat bovendien haaks op het groeiende inzicht op basis van neuro-onderzoek dat meisjes en jongens bijvoorbeeld op verschillende manieren leren en dat het onderwijs daar rekening mee moet houden.

Levensgrote misstanden
Het kabinet is bijzonder selectief in de maatschappelijke beeldvorming en rolpatronen die het wil bestrijden. Dat geeft te denken. De nota blijft bijvoorbeeld oorverdovend stil over de uitbuiting van vrouwen in onze samenleving. Waarom spreekt de minister geen woord van protest over de fictie dat prostitutie een normaal beroep zou zijn, terwijl de misstanden levensgroot zijn? En waarom ontbreekt verontwaardiging over het feit dat vrouwen in de publieke ruimte regelmatig als lustobject worden behandeld? Over de invloed van maatschappelijke rolpatronen gesproken… Toch gaat de minister niet in overleg met gemeenten en reclamemakers. De overheid beroept zich gretig op het respect dat ze heeft voor de vrijheid van meningsuiting.

Kinderen als speelbal
Opvallend is dat kinderen in de emancipatienota vooral als speelbal figureren. Dat zij vooral het kind van de rekening zijn, blijkt niet alleen uit het genderbeleid, maar ook uit het gezinsbeleid. Alles draait om geld, economie en arbeid, niet om zorg en omzien naar de zwaksten en kleinsten van de samenleving. Het kabinet stimuleert beide ouders om nóg meer te werken, financieel onafhankelijk te zijn en meer voor hun carrière te gaan. Wat het voor afhankelijke kinderen betekent dat hun ouders nog minder thuis zijn, komt niet aan bod. Gezinnen wordt in ieder geval niet een eerlijke keuze geboden om meer bij elkaar te zijn. Op dat terrein is de norm van diversiteit kennelijk niet de bedoeling.

Overgenomen met toestemming van Katholiek Nieuwsblad